Willem Broens zoekt de sporen van overleden schrijvers en dichters. En richt voor hen zijn gedenktekens op. Een eerbetoon aan wat verloren dreigt te gaan. Literaire teksten mogen dan zogenaamd onsterfelijk zijn. Ze gaan toch mooi ten onder aan de vergankelijkheid die ons allen vroeg of laat overkomt. Papier vergaat en herinneringen vervagen. Broens probeert hen in leven te houden. Door hun woorden in verf op zink aan te brengen en zo de tijd te trotseren. Alsof hij die teksten wil behouden voor volgende generaties. Alsof hij nog tijdig wil laten zien hoe bijzonder hun gedichten, hun woorden zijn. Monumenten van woordkunst.
In de galerie vinden we deze weken een eerbetoon aan zijn geliefde schrijvers. En het is vast niet toevallig dat de meeste reeds lang overleden zijn of op zijn minst hoogbejaard. Wat dat betreft is zijn hulde niet geheel onterecht. Want laten we wel zijn. Schrijvers worden al snel na hun overlijden vergeten. Wie leest er tegenwoordig nog Vestdijk ? Waarschijnlijk alleen lezers op leeftijd. En de grote drie zijn ook al aan het vervagen. Mulisch, Reve en Hermans.
Dat Willem Broens dit vergeten een halt wil toeroepen is dus zo gek nog niet. En hij doet dat door een gedenkteken op te richten voor zijn geliefde schrijvers. Zodat ze de tijd overleven. Zoals beelden van heiligen op kruispunten staan opdat we ze blijven gedenken.
Maar Broens wil meer dan dat eerbetoon. Hij wil de schrijver achter zijn woorden laten zien. Of door zijn woorden heen. Over hoe hun leven eruit zag, hoe ze hebben geleefd. Tegenwoordig krijg je nogal wat informatie over het leven van de huidige auteurs maar wat weten we eigenlijk van schrijvers uit de vorige eeuw ? Gorter, Baudelaire, Beckett, Borges ? Niets of bijna niets. Namen die bij Broens terugkeren. In zijn werken ontrukt de kunstenaar zijn geliefde schrijvers aan de vergetelheid door iets over hun leven te vertellen. Hoe ze nog in leven onbekend zijn gebleven en het moeilijk hebben gehad voordat de roem kwam.
Schrammen hebben opgelopen in hun leven. Schrammen die nu zichtbaar worden in de krassen op het oude zink van de hier getoonde gedenktekens. Als symbolen van een doorleefd leven. Maar misschien nog meer schrammen die de kwetsbare huid van de schrijver heeft opgelopen wanneer hij onbegrepen of zelfs miskend werd. Gedichten, zo gevoelig als een naakte huid die door de lezer beschadigd kan worden. Je kunt een gedicht of verhaal opvatten als een verzinsel waarachter de maker zelf schuil gaat, verborgen blijft. Evengoed kun je zeggen dat de schrijver zich aan ons oog bloot stelt en weerloos is voor wat de lezer hem aandoet.
Ik lees hier en daar teksten die door de kunstenaar op het lood zijn geverfd. Lang niet altijd makkelijk leesbaar. Alsof hij wil dat we moeite doen om zijn boodschap te ontcijferen.
Wanneer ik op afstand naar een bord kijk zie ik de schoonheid van het geheel. Als een compositie waarbij de woorden zelf er niet meer toe doen. Het geheel is dan van belang en vormt een esthetisch genoegen. Kunstwerken zijn het. Uit een authentieke ziel ontstaan. Ongehinderd door enige academische scholing. Gelukkig maar. Liefde laat zich beter ongeschoold afbeelden. Voor liefde is geen scholing nodig. Kunst die zo ontstaat, in het afgesloten leven van de kunstenaar, is altijd oprecht en dichter bij het hart.
Ik krijg de indruk dat Willem Broens met zijn geliefde schrijvers en dichters leeft, ook al zijn ze inmiddels oud of overleden. En in die liefde wordt hij op zijn beste momenten zelf een schrijver die zijn woorden op de gedenkplaten schildert en zo in het gezelschap van zijn geliefden verkeert. Woorden die van de hak op de tak springen, alle kanten op gaan of uit een verband zijn ontsnapt. Bijna zoals bij Rodenko, al ben ik die naam deze middag niet tegen gekomen.
Kees Hordijk
Geef een reactie