SAMENSPEL
Tien dagen slechts om het werk van twee kunstenaars te bewonderen. Twee kunstenaars die bij elkaar horen, met elkaar zijn. Getrouwd en wel. De een is bekend geworden, de ander maakt nog steeds kunst in het verborgene. En nu zijn ze daar samen in een expositie bij WG Kunst. Hij bekend illustrator van kinderboeken. Gelauwerd en wel. Zij maakster van objekten ook al hangen ze vaak aan de wand en zit er een lijst om heen. De ruimte in de galerie lijkt vooral in beslag genomen door haar werk. Alsof hij, al zo bekend door zijn illustraties, aandacht en plek heeft willen geven aan haar werk, zo onbekend nog en toch zo bijzonder.
Gevonden voorwerpen, afgedankt en wel. Stukken hout, verschoten van kleur. Waar de tijd overheen is gegaan. Gebruiksdingetjes die een plek hebben gekregen in een totaal nieuw verband. Onverwachts, ogenschijnlijk zonder enige samenhang. Een radertje, vroeger onderdeel van een instrument. Nu, in een leven na dit leven opgenomen in een bijeen zijn met afgedankte soortgenoten en met elkaar vormen ze een onverwachte schoonheid waar alle nuttigheid uit weg is geraakt. Wat is dan het samen gaan van al die vreemde reisgenoten verrassend en verfrissend. Wat doorbreekt het de voorspelbaarheid van onze samenleving, waarin functionaliteit de toon aan geeft.
Wat opvalt is de leeftijd van de objecten. Ze lijken uit een andere tijd te stammen. Verweerd antiek. Het helpt om de oorspronkelijke functie te vergeten. En wat nog opvallender is.
De kunstenaar vindt de onderdelen op de schroothoop en plaatst ze bij elkaar zonder dat er verf aan te pas komt. Ze mogen mee doen in dat nieuwe bestaan in de staat waarin ze zijn gevonden. Hoe bijzonder is dat ? Niets wordt er opgepimpt. Het mag mee doen, ook in afgebladderde staat. En met elkaar vormen ze totaal onverwacht een geheel waar de schoonheid van af spat. Natuurlijk spelen daarin symmetrie en verhoudingen, kleurbalans en materiaalgebruik een rol. Dat is de kwaliteit van de kunstenaar om alles zo beeldschoon bij elkaar te voegen. Maar de onverwachtsheid van wat bijeen gevoegd is geeft de grootste verrassing.Wij leven met zijn allen in een voorspelbare wereld. De dingen hebben hun vaste plek en functie. Daardoor loopt een en ander soepel. Maar bij Mino is alles door elkaar gegooid. Zoals in de vroege jeugd de bezigheden ook nog los van hun functie gezien kunnen worden en puur voor het plezier worden uitgevoerd. Haar schepping verrast wanneer je eenmaal bent vastgeraakt in de afgesproken ordening van de dingen om ons heen. Wat heerlijk als je iemand tegen komt die nog kan spelen zonder al die vast geroeste patronen. Die erop los fantaseert en een nieuwe werkelijkheid creëert. Mino kan het. Zij is kind gebleven of weer geworden en leeft in een wereld van voor het nuttigheidsprincipe. Wij allen zouden er wat van kunnen leren. Om weer te leren spelen. Mino Wortel, Homo Ludens, de spelende mens !
Het gepresenteerde werk laat zich in vieren delen. De werken aan de wand, veelal ingelijst, verraden een suggestie van schilderijen maar zijn evengoed opgebouwd uit verschillende materialen zoals hout en metaal, ontleend aan gevonden voorwerpen. Ze suggereren soms voorstellingen maar dat is maar betrekkelijk.
Een tweede groep zijn objecten op tafel die zijn samengesteld uit onderdelen van apparaten.
Bij dit werk ondervind ik zelf de grootste verrassing. De fantasie viert hoogtij in de wijze waarop allerlei voorwerpen zijn samengevoegd tot nieuwe objecten die allerlei associaties bij me oproepen.
Een derde groep staat op de tafel daarnaast. Keramiek werk. Halfbolle vormen waarop een figuur of beest is geplaatst. Standbeelden die doen denken aan de oude Egyptische kunst.
Een vierde groep wordt gevormd door borduurwerk aan de wand. Ook hier denk ik aan een Aziatische of Noord-Afrikaanse inspiratie. Kunstig borduurwerk versiert de stukken stof die door een verbleekt uiterlijk opnieuw de indruk van oude culturen doet vermoeden.
Wanneer je de ruimte met al dit prachtige werk verlaat kom je aan een wand waar het illustratieve werk van Thé Tjong Khing hangt. Een kleine selectie vermoedelijk. Bescheiden in omvang. Je ziet onmiddellijk dat het snapshots zijn uit verhalen, maar die zijn moeilijk te achterhalen met slechts een tekening. Wel zie je daardoor des te beter zijn tekentalent.
Wanneer je verder loopt volgt er tot slot een wand waarop beide kunstenaars en echtelieden een rij gezamenlijke werken tonen. Alsof het verhaal van hun kunstenaarschap daar eindigt. Bij wat ze samen tot stand brengen. Niet meer van haar of van hem maar van hen beiden. Verrassend omdat de schilderijen met borduurwerk erin – iets wat ik pas zie wanneer ik heel dichtbij sta – noch op zijn tekeningen noch op haar werk lijken. Samen komen ze tot een nieuwe uitingsvorm. Hebben ze zich daarbij moeten aanpassen aan elkaar ? Zit er iets geforceerds in ? Of overstijgen ze zichzelf en komen ze gezamenlijk tot een nieuwe vormgeving ? Het lijkt in ieder geval de bezegeling van een lang verbond, van een samenleving voor de kunst.
Kees Hordijk
Geef een reactie