HET UNIVERSUM VAN RENS BROUNS
Wanneer je dit weekend de zaal van WG Kunst binnen komt weet je even niet wat je ziet. De voorstellingen die er hangen herken je niet. Ze refereren niet aan de vertrouwde kunstuitingen. Een benadering van HET ONMOGELIJKE ? Zoals de titel van deze expositie luidt. Zo verging het mij althans. Grote doeken waarop vooral veel dunne banen van olieverf lopen. Ragfijne sporen die, evenwijdig aan elkaar, hun weg over het doek vinden.
Daarbij verschijnen er hier en daar vormen die in de verte aan mensen doen denken. Alles in veelkleurige taferelen bijeen gevoegd. De figuren zijn vlak geverfd. Het is een universum waar je als kijker niet snel de weg in weet. Dat het bijzonder is wordt wel duidelijk maar wat het voorstelt is niet direct zichtbaar. Ondertussen imponeert het wel.
Gelukkig tref ik de kunstenaar aan in de zaal en heeft hij tijd om er iets over te vertellen. De mens is in zijn ogen een fascinerende machine, “een kosmos van menselijke anatomie”. Luisterend naar zijn uitleg wordt een hoop duidelijk van wat ik op de doeken zie uitgebeeld. De ongelofelijke vertakkingen in ons zenuwstelsel, die tot in steeds fijnere uitlopers een microscopisch equivalent worden van wat we in het heelal waarnemen aan sterrenbeelden.
Zoals we weinig van het universum boven ons weten zo is die oneindige splitsing in ons zenuwstelsel ook nog grotendeels onbekend.
Voor de kunstenaar staan die zenuwen voor de overdracht van boodschappen, van signalen. En dat is wat hier in beeld wordt gebracht. De communicatie die ons allen verbindt zijn de berichten die door onze zenuwen vliegen. En dat is een universum waar we nauwelijks een besef van hebben. Zo verfijnd en gecompliceerd als het is. Vergelijkbaar met de ingewikkeldheid van sterrenstelsels in ons universum. De expositie toont ons de bewondering voor een schepping die van een precisie is die we nog lang niet begrijpen. Maar ook toont het ons de kwetsbaarheid van het menselijk bestaan in de figuren die in de verte op menselijke gestalten lijken.
Ooit maakte de kunstenaar als jongen foto’s van de lichten die ‘s avonds in de lucht zichtbaar zijn wanneer je de lens een minuut open laat staan en de camera beweegt. Dan verschijnen er op de later ontwikkelde foto’s lichtbanen die door de lucht gaan. Er hangen een paar van die foto’s in de expositie. Zo kwam de kunstenaar op het idee van lichtbanen in zijn schilderijen en waar die voor staan.
Geheel onverwacht hangen er ook opeens een paar zwart wit foto’s die mensen laten zien in erbarmelijke omstandigheden. Arm, gehandicapt, hulpbehoevend en aan hun lot overgelaten. Niet passend bij het schilderwerk zou je zeggen maar voor Rens wel passend. Hij werkte vele jaren voor kortere of langere tijd in Haïti en zag daar de uitzichtloze situatie waarin een groot deel van de bevolking verkeert. Alsof ze leven in een universum waarin menselijk leed als vanzelfsprekend wordt gezien. Erbij hoort zogezegd. Zonder dat we het begrijpen of weg kunnen nemen. Zoals de zenuwbanen met een vanzelfsprekendheid signalen doorgeven zo lijken mensen te verkeren in uiterst beroerde omstandigheden alsof dat gewoon is. Daar getuigen de foto’s van.
Rens was zelf meerdere malen op Haïti. Nu leidt hij een atelier waar kwetsbare kunstenaars een plek vinden om te ontdekken wat ze kunnen met kunst. Iemand die ontdekt wat hij met kunst kan groeit een beetje. Komt los van zijn problemen. Al is het voor even.
In zijn atelier, ergens op de Veluwe werkt Rens rustig door. Hij is allang niet meer bezig met verkopen. Met handel. Dat verleer je wel na zulke bezoeken aan Haïti. Schilderen wordt dan een manier om jezelf staande te houden temidden van al die ellende die je hebt aanschouwd. Schilderen om overeind te blijven. Als een tegenwicht tegen menselijke ellende. Schoonheid geeft troost ook als het verdriet nog in je hart schuilt.
Samen met Koos van den Kerkhof maakte Rens een boek waarin ze afwisselend een gedicht en een kunstwerk presenteren. Het boek heet een “STEM VAN STILTE”. Het boeiende is dat ze elkaar in dit boek afwisselend inspireren. Dan weer inspireert een gedicht van Koos tot een beeldend werk van Rens en vervolgens schrijft Koos een gedicht waar Rens met een kunstwerk op reageert. Het boek is op de tentoonstelling verkrijgbaar.
Kees Hordijk
Geef een reactie