CHAOS EN LEVENSKRACHT
Zo heet de expositie die vandaag opent in WG kunst. Met werk van Ursula Neubauer. Van haar zagen we een jaar geleden ook een expositie die me nog is bij gebleven. Haar tekeningen die de natuur op indrukwekkende wijze in beeld brengen. En dat zien we nu weer ten toon gesteld. Maar dan een natuur die ergens anders groeit.
We zien om ons heen een verslag – zo zou je het kunnen noemen – van het verblijf van Ursula en haar partner Frans Saris in Suriname. Ze hebben daar een maand in een dorpje aan de Suriname rivier gewoond. Dicht bij de bron van de rivier en diep in het oerwoud.
Over de rivier zijn ze in een kajak naar hun verblijfplaats gebracht. De snelste manier van verplaatsen daar. Maar je moet wel bedreven zijn in het nemen van watervallen en stromingen. Ik krijg een verslag in boekvorm waarin deze tocht door de wildernis en het verblijf aldaar beschreven wordt. Met teksten van Frans en beeldend werk van Ursula.
In de zaal zie ik vooral voorstellingen van het oerwoud waarin ze daar hebben geleefd. Het valt direct op hoeveel indruk deze overweldigende natuur op Ursula heeft gemaakt. Een natuur die een eigen leven leidt. Waarin geen mensenhand te zien is. Een natuur die grootser is dan wij ons kunnen voorstellen. Waarin wij mensen heel klein worden. En dat is een ervaring die ons hier inmiddels onbekend is. Wij leven immers in een omgeving die geheel door mensenhanden is gemaakt.
Wat wij natuur noemen zijn kleine stukjes grond waarop wat struiken staan. Of perken met bloemen. Hier zien we in de tekeningen van Ursula echter hoe indrukwekkend natuur kan zijn wanneer onze menselijke afdruk afwezig blijft. Een natuur die zijn gang heeft kunnen gaan.
En dan wordt opeens duidelijk hoe kwetsbaar en onbetekenend wij mensen zijn in vergelijking met dat enorme oerwoud van lianen, wortels, bomen en andere groeisels.
In de zaal loop ik recht op een brede tekening af die het imposante van de natuur prachtig in beeld brengt. Niet een maar twee doeken hangen er naast elkaar waardoor de oneindigheid van het oerwoud opvallend zichtbaar wordt.
Tussen de ramen zie ik een soort van installatie die ook het oerwoud in beeld brengt.
Dikke touwen verbeelden de lianen. Daarachter zijn er op de wand tekeningen in inkt gemaakt die de structuur van de jungle verbeelden. De installatie is van Isidoor Wens die zelf afkomstig is uit het gebied van de Suriname rivier en uitgenodigd werd om dit werk voor de expositie te maken.
De voorstellingen in de zaal zijn in verschillende technieken uitgevoerd. Houtskool, verf en afdrukken daarvan die vervolgens weer met houtskool bewerkt zijn. Hier en daar zie ik ook textielweefsel, toegevoegd aan de verf- en houtskooltekeningen.
Een paar oerwoudtekeningen met houtskool fascineren me. Ze lijken levendiger dan andere tekeningen. Wanneer ik goed kijk zie ik dat het afdrukken van tekeningen zijn waarop vervolgens weer opnieuw is getekend maar dan wel zo dat het vers opgebrachte krijt precies past in de voorstelling die op de afdruk staat. Het totale beeld wordt er sprekender door.
Op de grond liggen hier en daar herfstbladeren en takken. Alsof de kunstenaars ook op die wijze de waarde en betekenis van natuur willen beklemtonen.
Een paar tekeningen in kleur laten kinderen zien. Ineens verandert dan de sfeer. Het oerwoud waar je bang voor kunt worden, waar de mens niets meer te vertellen heeft, valt even weg. En we keren terug in de mensenwereld. In het dorp waar veiligheid heerst. Waar mensen hun eigen maat weten te vinden. Een enclave waar de immense bomen gerooid zijn en een stukje cultuur is aangebracht, zij het op bescheiden schaal. Wonen in hutten kent weinig comfort.
Toch lijkt de natuur hier gewonnen te hebben. Een paar tekeningen getuigen van eerdere bewoning die er geweest moet zijn. Grote kruiken – of restanten daarvan – die tussen boomwortels zichtbaar worden. Een bouwval van een loods die op deze plek het bewijs levert dat er eerder menselijke bedrijvigheid is geweest om iets van cultivering tot stand te brengen. Maar inmiddels lijkt de natuur die plekken te hebben terugveroverd op de mens.
Als iets duidelijk wordt in deze expositie dan is het wel hoe de verhouding tussen cultuur en natuur uit balans kan raken, hoe een van beiden doorschiet en de ander gaat overheersen. Als de natuur zijn gang kan gaan wordt ze buitengewoon indrukwekkend maar ook beklemmend en bedreigend. Wij zijn diep onder de indruk van die overweldigende wildernis maar voelen ons daarin ook heel klein en kwetsbaar. Onze maat ligt meer in dat dorp wat daar op de oever is gebouwd. Waar we in kunnen wonen. En ons veilig in kunnen voelen.
Helaas kunnen wij mensen ook naar die andere kant doorschieten zoals dat in onze cultuur is gebeurd. Alles wordt vol gebouwd en bijna alle natuur wordt vernietigd. Dan blijft er weinig dieren- en plantenleven over. Dan hebben wij zogenaamd gewonnen maar de natuur is vrijwel uitgeroeid. Tot ons eigen nadeel. Want zonder natuur kunnen we niet leven. Het gaat om de balans tussen die twee. En dat is waar deze expositie ons aan herinnert. Te laten zien hoe overweldigend natuur kan zijn en hoe belangrijk. Zeker wanneer je dat laat zien aan mensen die inmiddels gewend zijn om in betonnen dozen te leven en het ontbreken van die natuur al niet meer merken.
Kees Hordijk
Geef een reactie