H.F. van Steensel over zichzelf en haar werk:
“In mijn poging de werkelijkheid te beleven, in tegenstelling tot de werkelijkheid te beschouwen, word ik niet gedreven tot het maken van ambitieuze, eenduidige of grote statements, maar tot het tot stand laten komen van monumenten van de dingen die onderweg achtergebleven, afgevallen of afgedankt zijn . Monumenten die in beweging zijn zoals een landschapsmonument. Of monumenten als een nieuwe geschiedenis. Juist dat wat overblijft, nadat de dag goed doorleeft is, er een weg gebaand is door het dichte woud van informatie, bewegingen, handelingen, gesprekken, kranten en literatuur, beelden en geluiden, muziek en boodschappen doen, blijft aan mijn ooghoek haken. Als was dat stukje hout de hond die van zijn vorige baas te weinig aandacht heeft gekregen. In de geur van ‘dat wat er net afvalt’ proef ik iets onnoembaars, wat zich niet bevatten laat ( het kan ook een herinnering zijn, een woord ) en sla ik toe alsof ik op een veiling ben, een doorgeslagen verzamelaar van de restanten van het dagelijks leven. Om dat wat niet omschreven is bekommer ik mij. Daar hoop ik de verwondering te vinden of de smaak , het atonale in een compositie. In de witregel van het gedicht woont de verzameling van ‘’all that is left’’, een monument van en voor oude kameraden, die samenkomen in een chaotische , doch geconcentreerde uitdragerij. ‘’Die licht-turkooizen vogel of een huisje, een onaangedaan verhaal, een ketelpak waaronder een trui, daarboven een trui, van oud ijzer bewoonde kistjes. Vele lagen verder schrijf ik op miniscule papiertjes, alles wat ik me niet kan herinneren, tot een uitdragerij, vol machinerie, planken en halfgekleurde houtjes met draadjes aan elkaar, met olie op de vloer en bemorste lappen. Zoals kleine kinderen blijven zwaaien naar wie maar kijkt, de gouden regen omgekeerd, smoezelig haar, een boom om aan te raken, geen namen zo zacht.’’
|
H.F. van Steensel At home with the homely black bird Dit werk is onderdeel van de COLLECTIE |