Vier kunstenaars die zich tegenover elkaar bloot geven, maar ook hun werk aan ons willen laten zien. Het begon twee jaar geleden met een tentoonstelling over het werk van Kristbergur O. Pettersson, een IJslandse kunstenaar. Nu is hij terug met weer een expositie. En er zijn drie andere kunstenaars uitgenodigd om hun werk naast het zijne te tonen. Drie Nederlandse kunstenaars.
Vier kunstenaars die in hun werk totaal verschillend zijn. Misschien zit dat ook in dat vis a vis
Dat het een beetje ongemakkelijk voelt om zo dicht bij totaal andere kunst je eigen werk te laten zien. Als vreemden dicht bij elkaar te gast.
Bij binnenkomst zie ik nog geen toelichting. Ik moet het doen met mijn eigen ogen.
In het midden hangt het werk van Pettersson. Vele litho’s met opgebrachte vale kleuren die allemaal een voorstelling geven van een scene op IJsland. Het eiland waar Pettersson woont. Sommige elementen keren op verschillende tekeningen terug. De boten bijvoorbeeld. Het zijn echter geen hedendaagse schepen maar koopvaarders uit de 16e eeuw zo te zien. De masten met de touwen, de oplopende boeg van het schip. Het tafereel tovert een vroegere wereld voor ons oog. Ook de huizen die erop staan afgebeeld doen aan vroeger denken. Hier en daar ineens een portret. Van de kunstenaar zelf ? Ik spreek hem even. Hij vertelt dat het inderdaad zijn leven weergeeft wat er op deze wand te zien valt. De tekeningen zijn van lang geleden. Het gaat over zijn leven van vroeger, toen hij nog een jongen was. Hij heeft dat leven van toen opgezocht in zichzelf en voorzien van een hedendaagse toevoeging in de vorm van een extra verfstreek of lijn. Misschien wel als een commentaar op dat voorbije leven. Tussen de tekeningen hangen er kleine papiertjes waarop gedichten geschreven staan. Haiku’s. Korte drieregelige gedichten die zijn eiland bezingen en zijn liefde voor de kunst. Ook zijn jeugd en het voorbijgaan van de tijd.
De presentatie van woord en beeld biedt een ruimer zicht op het leven van Pettersson. En op dat verre eenzame eiland. De wand wordt op die manier een zelfportret, of autobiografie. Het is maar welk medium je de voorrang geeft.
Naar links lopend passeer ik een wand met grote tekeningen waarop hier en daar met verf wat kleur is toegevoegd. Het onderwerp doet unheimisch aan. Een samenleving waarin de katten de baas zijn over de mensen. Zo ervaar ik het althans. De tekeningen zijn van Femke de Bakker en zijn opvallend goed gemaakt. Wel dus heel indringend in hun presentatie. Je moet wel stil blijven staan en kijken. De kinderen die er in een groepje op staan afgebeeld doen me aan foto’s denken van lang geleden. Zit dat in de kleding ? Kijkend naar de tekeningen vraag ik me af wat ze uitdrukken. Wat hun boodschap is. Hier en daar verschijnt er opeens een kleur die verrassend goed werkt in al die houtskooltekeningen.
Ofschoon de boodschap onduidelijk is blijven deze tekeningen je het langst bij na je vertrek uit de galerie Een verschijnsel wat niet vreemd is aan ons mensen. Wat we niet herkennen of wat ons vreemd voorkomt houdt ons het langst bezig.
De kunst die ik daarna tegen kom in de zaal is dierbaar en vertrouwd. De kleurige schilderijen van H.F. van Steensel. En allemaal zijn ze nieuw voor me. De opbrengst van het afgelopen jaar vermoed ik. Onmiddellijk zie ik de veranderingen die ze in haar laatste werken heeft aangebracht. Zoals ze steeds door de tijd heen kleine stijlveranderingen toepast.
Nu zijn het grof geschilderde vlakken verf geworden die in gelaagdheid sterk variëren. Op de vierkante of rechthoekige vlakken zie je twee hoofdkleuren. Maar het wordt spannend doordat je hier en daar andere tinten door de dikke laag heen ziet schemeren. Een gelaagdheid die eigenlijk overal in deze reeks van schilderijen wel zichtbaar wordt. Op een enkele plek zie je het doek nog onbedekt door verf. Alsof daar het schilderij nog moet worden voltooid of reeds half vergaan is. Het doet denken aan archeologie. Lagen van verf die over een voorbije tijd vertellen. Opgravingen die geschiedenis geven aan de opgebrachte verf. Een groot vierkant valt op. Het hangt tussen de ramen. Het geel domineert daar het groen en wit. Met als resultaat een prachtig ensemble. Warm en hartveroverend.
Aan de wand die zich na binnenkomst rechts bevindt zien we het werk van Wasco. Ook een bekend kunstenaar die eerder in WG Kunst exposeerde. Hij is vooral bezig met strips maken.
Deze keer communiceert hij niet direct met de kijker. Alsof de kunstenaar in een eigen wereld is gebleven … Je ziet kleine tekeningen, zo groot als een bankbiljet. Ze zijn gegroepeerd in viertallen. Ook op de tekeningen zelf vind je steeds vier dezelfde onderwerpen of voorwerpen afgebeeld. Opvallend zijn de natuurlandschappen die een vergezicht laten zien. Verrassend dat je op zo’n klein formaat tekening toch zo’n vergezicht kunt toveren.
Verder valt op dat de tekeningen allemaal zwart wit zijn. De tekeningen zijn licht gestileerd. Dat wil zeggen dat de voorstellingen in lichte rondingen zijn vormgegeven.
Al met al is deze expositie vooral zo verrassend door de variatie in technieken en middelen. Wat een verschillende werelden worden hier tentoongespreid. En wat een feest en genoegen levert dat op voor ons kijkers.
Kees Hordijk
8 november 2024
Geef een reactie